Vroege vogels – biosaaiheid

Deze column las ik voor bij Vara’s Vroege vogels op 12 apr. 2009.

Klik hier om de gesproken versie te beluisteren

De biodiversiteit – de verscheidenheid aan soorten – neemt af en dat is vreselijk. Biodiversiteit is beter dan biosaaiheid. Ik moet er niet aan denken in een wereld te moeten leven met maar één plant- of diersoort.

Maar wat is eigenlijk een soort hè? Als twee organismen gezamenlijk geen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen, dan is er sprake van twee verschillende soorten. Dat is de meest gangbare betekenis van het begrip “soort”. Dus wanneer we zo veel mogelijk verschillende soorten willen, dan willen we zo veel mogelijk organismen – planten en dieren – die gezamenlijk geen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. Dat is toch iets vreemds om te willen eigenlijk…

In Nederland leven zo’n zestig verschillende soorten lieveheersbeestjes: oranje met zwarte stippen; zwart met oranje stippen; geel met stippen; bruin zonder stippen. Van de meest herkenbare – de oranje versie met zwarte stippen – bestaan onder andere de volgende, verschillende soorten: het tweestippelig lieveheersbeestje, het vijfstippelig lieveheersbeestje, het zevenstippelig lieveheersbeestje, het tienstippelig lieveheersbeestje, het elfstippelig lieveheersbeestje en het dertienstippelig lieveheersbeestje. Allemaal verschillende soorten omdat die lieveheersbeestjes gezamenlijk geen vruchtbare nakomelingen krijgen of kunnen krijgen. Maar onderling variëren ze maar weinig.

Er is ook een ander lieveheersbeestje met precies het tegenovergestelde: het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje. Het is hier niet zo lang geleden uit Azië geïntroduceerd om luizen te bestrijden in de tuinbouw en leeft nu op verschillende plekken in Nederland in het wild. Het is maar één soort maar het heeft heel veel verschillende verschijningsvormen: je hebt ze in het oranje met zwarte stippen, en in het zwart met oranje stippen, met vijf stippen, zeven, elf, dertien, zeventien stippen. Het houdt niet op. Eén soort en toch veel variatie. Wat heeft u liever: zes verschillende typen lieveheersbeestjes die onderling nauwelijks te onderscheiden zijn maar die geen vruchtbaar nageslacht van elkaar kunnen krijgen; of lieveheersbeestjes die er allemaal heel verschillend uitzien en die onderling wél nageslacht kunnen krijgen? Ik moet zeggen dat ik het zeker niet vanzelfsprekend vind om voor het eerste te kiezen: de optie met de grootste verscheidenheid aan soorten, de grootste biodiversiteit.

Een verscheidenheid aan leven is mooi. Maar die verscheidenheid hoeft ‘m wat mij betreft niet per se in verschillende soorten te zitten. Soms vind ik minder soorten, biosaaiheid, mooi genoeg.

3 Reacties to “Vroege vogels – biosaaiheid”

  1. Leonardo Says:

    Mee eens. Sterft die soort echter uit hebben we niets meer over.
    Dan is de verscheidenheid, ergo zelfs één beestje finito.
    Is niet erg voor de soort maar wel voor ons / mij. Analoog aan ‘de paling’.
    Ik ben geen filosoof maar tracht de gedachtegang van dat type mens te doorgronden. Waarom?
    Het boeit en prikkelt mij.

    Toehoorder van de lezing te Den Helder.
    NB: Je trein nog gehaalt?

  2. Stephan Says:

    Wanneer krijgen we podcasts van Bas Haring? ;)

  3. Jeroen Says:

    Maarre andersom dan?
    hoe overtuig je iemand die in de schepping gelooft en zegt.
    “Toon mij aan dat er van de ene soort een andere is onstaan” “want die soorten zijn er niet. En hoe zijn die dan ontstaan.”
    Dan sta ik met mijn bek vol tanden.

Plaats een reactie